Wanneer je achterin het boek ‘Gemmetje Victoria’ kijkt zie je een overzicht van de ‘Werken van Yvonne Keuls’, een enorm uitgebreid oeuvre. Het enige wat ik er tot nu toe van had gelezen was ‘Het verrotte leven van Floortje Bloem’ en ‘De moeder van David S’,. Die twee boeken hebben in mijn jeugd veel indruk op me gemaakt en dan vooral omdat het voor mij (gelukkig) zo’n totaal andere wereld was.
Onlangs zag ik Yvonne Keuls bij het programma ‘Matthijs gaat door’ in het item ‘Forever Young’ en heb ik met bewondering gekeken naar deze 90-jarige vrouw die een toneelvoorstelling aan het voorbereiden is en net het boek ‘Gemmetje Victoria’ had uitgebracht, haar 98ste titel. Ze vertelde zo bevlogen over het boek, het onrecht en misbruik in de jeugdzorg, dat ik het heel graag wilde lezen.
In 1972 is Yvonne Keuls vrijwilligster in een net opgezet opvanghuis in Den Haag, op een dag komt daar (de naar eigen zeggen 17-jarige) Gemmetje Victoria binnenlopen en dat was een bijzondere eerste ontmoeting. Ze roept naar Yvonne: “Hé jij, jij daar, die lange met de lange poten, jij kan wel es wat voor mij doen. Want daar zit je hier toch voor, je zit hier toch niet om uit je neus te pulleke, nou dan. Maak es een kop koffie man, ik heb de hele dag rondgelopen, sta niet zo stom te kijken, jij. Ik heb het tegen jou.” Nadat Yvonne haar vervolgens vraagt hoe ze heet, krijgt ze een schoen naar haar hoofd gesmeten en gek genoeg is dat het begin van een gezamenlijke klik, respect en een vorm van liefde voor elkaar. Het is ook al tijdens die eerste ontmoeting dat Gemmetje tegen Yvonne zegt dat Yvonne op een dag een boek over Gemmetje gaat schrijven, ook al heeft Yvonne op dat moment die intentie totaal niet.
Gemmetje neemt een hele stapel rapporten over haar met zich mee, ze zat in 17 kindertehuizen, 8 particuliere gezinnen en 3 psychiatrische inrichtingen, waar ze veelvuldig is misbruikt. Vanaf dat moment ontfermt Yvonne zich over Gemmetje.
Het opvanghuis gaat al vrij snel failliet en wanneer Gemmetje zwanger op straat beland vindt ze onderdak bij Zuster van der Mast, kortweg Zus (een non van de Congegratie van liefde). Zus is een stoere en populaire non die eigenhandig muren van leegstaande panden doorbreekt om op die manier opvang te verzorgen voor mensen waar de politie en de gemeente geen raad mee weten en die nergens terecht kunnen. Vanaf dat moment gaat het iets beter, ondanks haar ellende weet de energieke Gemmetje verschillende mensen aan zich te binden zoals haar vroegere vriendin Priscilla en raakt ze heel goed bevriend met de Turkse Sevda, die haar lijkt te begrijpen als geen ander.
Haar ellendige jeugd laat echter wel diepe sporen na in haar persoonlijkheid, ze jat alles bij elkaar en het maakt haar angstig en dan met name om alleen te slapen. En toch zit er een enorme drang in Gemmetje om iets voor anderen te betekenen, maar dan wordt Gemmetje ziek…
Het is ongelooflijk hoe Yvonne Keuls over zoveel ellende kan schrijven maar dan met zoveel humor. In een interview gaf Yvonne aan dat ze met niemand in haar leven zo gelachen heeft als met Gemmetje, op haar moeder na dan, en dat lees je ook terug in het boek. Natuurlijk is het afschuwelijk wat Gemmetje en blijkbaar veel meer kinderen in meer of mindere mate is overkomen, de schrijfstijl van Yvonne maakt het lezen echter wel draaglijk en zorgt ervoor dat je regelmatig zit te grinniken. Ik heb dan ook echt genoten van het boek en de vlotte schrijfstijl. Een belangrijk, ontroerend boek, tragikomisch boek en een echte aanrader.
door