Het zien van het interview op televisie van Eva Jinek met Mischa Blok was voor mij de reden om dit boek aan te schaffen en te lezen. Het was zo’n mooi, ontroerend gesprek waarbij volgens mij de halve tafel een traantje wegpinkte dat het mij heel nieuwsgierig maakte naar het boek.
Het boek gaat over de persoonlijke zoektocht van Mischa Blok naar haar biologische moeder in Zuid-Korea. Mischa wordt als driejarige geadopteerd en naar Nederland gehaald door haar Nederlandse ouders en zesjarige broer Jeroen. In haar adoptiedossier staat dat ze te vondeling is gelegd in de Koreaanse stad Suwon met een briefje op haar kleding met daarop haar naam en geboortedatum, ouders onbekend. Toegevoegd aan het dossier zijn de aantekeningen van het kindertehuis over haar uiterlijk en haar gedrag: lief, slim, zelfredzaam, gemakkelijk in de omgang, maakt een blije tevreden indruk. Van dit alles lijkt weinig over te zijn na haar aankomst in Nederland, ze is een klein, boos en teleurgesteld meisje weggerukt uit de voor haar bekende wereld en terechtgekomen in een totaal onbekende wereld. Het lijkt alsof dit kleine, boze meisje bang is dat ze ook hier maar weer tijdelijk mag blijven.
Ze groeit op in een liefdevol gezin, op school moet ze hard werken om elk jaar weer net over te gaan. Ze studeert af in geschiedenis en logopedie, jaagt haar radiodroom achterna en krijgt kinderen. Op een dag, als haar eigen zoon twee jaar is, beseft ze ineens dat je een kind van twee jaar niet te vondeling kan leggen. Een kind van twee jaar laat zich niet in een mandje leggen om achtergelaten te worden, maar rent je achterna. Dit besef zorgt ervoor dat ze de zoektocht start naar haar biologische ouders.
Ze stuurt een mail naar de adoptieorganisatie en na een jaar krijgt ze een mail dat haar biologische vader is gevonden. Hij stuurt haar een persoonlijke brief en ze heeft ook de naam van haar biologische moeder: Pyung Soon Lee, ofwel Mama Lee. Tegelijkertijd komt ze erachter dat ze inderdaad niet te vondeling is gelegd, maar dat het verhaal anders in elkaar steekt. Wat ze dan nog niet weet is dat deze waarheid ook niet de juiste blijkt en dat ze nog vaak haar eigen levensverhaal moet aanpassen naar nieuwe feiten die boven water komen. Haar vader blijkt geen hartelijke man te zijn, maar afstandelijk en er is geen sprake van een mooie ‘Spoorloos’ achtige hereniging, bovendien krijgt ze maar niet meer informatie naar boven over haar biologische moeder. Na jaren besluit ze uiteindelijk nog een keer naar Zuid-Korea te gaan en alles uit de kast te trekken om haar biologische moeder te vinden.
De zoektocht van Mischa is heel openhartig geschreven, al schrijvende lijkt ze terug te kijken op haar jeugd en met de wetenschap van nu te kunnen herleiden waarom ze bepaalde dingen deed of nog steeds doet. Ondanks dat ze ontzettend liefdevol is opgenomen door haar Nederlandse ouders en broer komt later als ze zelf kinderen heeft de behoefte om te gaan ontdekken op wie zij zelf lijkt. Dit is absoluut niet uit ondankbaarheid, ze is juist heel dankbaar, maar ze wil ook weten of de documentatie over haar adoptie correct is, zeker nadat steeds meer misstanden in de adoptiewereld bekend worden.
Tegelijkertijd lezen we over haar zoektocht naar liefde, na een huwelijk van tien jaar ontstaat er een bijzondere vriendschap met een collega waaruit een grootse, wederzijdse verliefdheid ontstaat en ze beiden besluiten voor elkaar te kiezen. Wanneer deze verliefdheid strandt, komt Mischa er tot haar eigen frustratie achter dat het haar maar niet lukt om zich hierover heen te zetten.
De zoektocht naar Mischa’s biologische moeder leest naarmate het boek vordert als een heel spannend verhaal. Bizar om te lezen hoe het adoptieverhaal van Mischa uiteindelijk is verlopen en dat er dus schijnbaar veel meer van dit soort leugens en misstanden zijn buiten medeweten om van Nederlandse adoptieouders. Ontzettend knap om te lezen hoe Mischa alles op alles zet om de waarheid boven tafel te krijgen om haar biologische moeder te vinden in dit bijzonder en ontroerend verhaal.
door