In dit boek onderzoekt Pep Degens de vraag ‘ben je zielsgelukkig wanneer je stinkend rijk bent’? Hoe zet je het hebben van veel geld om in geluk? En wat is dat toch eigenlijk met geld, iedereen wil er veel van hebben om financieel onafhankelijk te zijn. Echter zodra we financieel onafhankelijk zijn en goed in de ‘slappe was’ zitten wil men er niet meer over praten, laat staan het achterste van zijn/haar tong te laten zien. Het praten over salaris en vermogen wordt nog altijd gezien als een groot taboe waar het gros heel geheimzinnig over doet en dat terwijl we toch allemaal onze kost proberen te verdienen.
In het voorwoord staat een eerlijke ontboezeming van Pep Degens en zijn eigen houding met betrekking tot geld. ‘Ik hoef het niet, ik wil het niet – ja toch, kom maar hier! Ik kan niet zonder geld, maar mét geld vind ik het ook lastig. Ik weet het wel te verdienen, maar vasthouden gaat me moeilijker af.’ Aangezien ik me afvroeg welke kant het boek op zou gaan, wordt ‘stinkend rijk zijn’ bijvoorbeeld verheerlijkt, vond ik het heel interessant om te lezen hoe nuchter Pep op dit gebied naar zichzelf kijkt.
Al lezende merk je dat Pep heel erg gepassioneerd is over het onderwerp en dat hij uit oprechte interesse wil onderzoeken of stinkend rijk zijn daadwerkelijk gelukkig maakt. Hij probeert daarom voor zijn boek verschillende mensen te interviewen, wat nog niet zo makkelijk blijkt te zijn, want daar komt het taboe om de hoek kijken, niet iedereen wil over zijn/haar eigen rijkdom praten. De interviews met de kunstenaar, de boer, de huisjesmelker, de beurstijger, de coinbelegger, het rijkeluiskind, de ondernemer, de uitvinder, de founding father, de bobo, de zakenvrouw van het jaar, de CEO, de coming miljonair, de geluksvogel, de erfgenaam, de dure huizen-makelaar en de flippokoning zijn allemaal erg leuk om te lezen, dit omdat ieder toch zijn eigen kijk heeft op rijkdom en geluk.
In het hoofdstuk ‘de geluksvogel’ komt mijn dorp Nuenen ook nog even ter sprake. Het toeval wil dat er de afgelopen jaren al verschillende grote prijzen in Nuenen terecht zijn gekomen met dank aan de Postcodeloterij en zo ook weer afgelopen jaar. Erg grappig om ineens over je eigen dorp te lezen en nee, wij behoren niet tot die winnende postcodes ;-).
Voor dit boek brengt Pep een bezoek aan de Masters Expo ofwel Masters of LXRY, waar het draait om zien en gezien worden. Zoals Pep het zo mooi omschrijft in dit hoofdstuk: ‘deze beurs is één grote ballenbak voor de rijken, een pretpark met veel gratis attracties.’ Hij komt er al snel achter dat deze beurs niet aan hem is besteed, want wanneer ga je van bezielende rijkdom over in bezeten van luxe?
Het boek eindigt met conclusies en de geleerde lessen op een rij, daarover ga ik niet teveel prijsgeven.
Wat het lezen voor mij in het begin wat verwarrend maakte is dat er bij de geïnterviewden personen niet duidelijk wordt weergegeven wat er door de geïnterviewde persoon en wat er door de auteur wordt gezegd. Door een ander lettertype te gebruiken of tekst cursief te zetten zou dit voor mij de leesbaarheid bevorderen, nu moest ik af en toe zoeken welke tekst bij wie hoorde. Verder vond ik het een erg vermakelijk en leerzaam boek om te lezen mede dankzij de humor en leuke kwinkslagen waarmee Pep dit boek heeft doorspekt en zijn passie voor het onderwerp.
door