Sarah woont samen met haar vriend Sam in een klein dorp, ze hebben net een nieuw huis gekocht en slaan met hun beide ouders druk aan het klussen om er hun droomhuis van te maken. Tegelijkertijd wordt Sarah geteisterd door hele heftige nachtmerries. In die nachtmerries weet ze vaak niet waar ze is en wat ze precies aan het doen is en blijkt ze in staat tot de meest gruwelijke dingen.
Het idee van het boek is heel origineel, het opent ook spannend omdat je meteen mee wordt meegenomen in een nachtmerrie van Sarah. Het spannende element slaat echter al snel om naar gruwelijk door de omschrijving van de gebeurtenissen. Voor mij had dat subtieler gemogen, de gruwelijkheden worden vrij plastisch beschreven.
Wanneer we lezen over het dagelijkse leven van Sarah en Sam worden er heel veel gedetailleerde omschrijvingen van de omgeving gebruikt, dat haalde helaas de snelheid en de spanning uit het verhaal.
“Naast het raam zie ik een zwarte boekenkast tegen de muur staan, die op dertig centimeter na tot het plafond komt. De kast is volledig gevuld met boeken, waaronder studieboeken, stripboeken en fotoalbums van vakanties. Voor de boekenkast staat een stoel. Het is een grijze, stoffen stoel met een dichte rugleuning en zonder armleuningen.”
“Links naast mij is de wc, rechts van mij is de wasbak met spiegel. Naast de wc staat de douche”.
Ik denk dat de auteur nog heel veel kan gaan groeien, het idee van het verhaal is heel spannend en volgens mij valt er nog veel te winnen aan de manier waarop het is uitgewerkt.
door