Wat de vermisten zagen – T.M. Manor 

T.M. Manor is een Belgische auteur, de misdaadroman ‘Wat de vermisten zagen’ is haar debuut.

Commissaris Thea Ooms van politiekantoor De Wal in Velaar te België heeft een lange staat van dienst binnen de politie en ze heeft een hele slechte reputatie onder haar collega’s. Haar bijnaam is niet voor niets ‘Thea de Draak’, ze is genadeloos voor haar collega’s, is er niet op uit om vrienden te maken op haar werk, ze is wars van regels, geeft niks om status en materialisme en is eigenlijk gewoon compleet tactloos. Ze eet heel veel en vaak, naar eigen zeggen kan ze haar werk niet naar behoren doen zonder fatsoenlijke koffie en eten vol suiker. Tot argwaan van Thea krijgt ze nieuwe collega-assistent Lucas DePrins onder haar hoede, ze vraagt al jaren om ervaren versterking en nu ineens krijgt ze een nieuweling toegewezen, een beslissing die van hogerhand lijkt te zijn gemaakt. Haar nieuwe collega-assistent blijkt heel vermogend, knap, goed gekleed en charmant te zijn in zijn voorkomen, exact het tegenovergestelde van Thea.
Samen gaan ze de vermissing van een achtjarig kind onderzoeken en al snel wijzen diverse aanwijzingen op een mogelijke ontvoering. Niet veel later worden ze belast met nog een zaak, namelijk de gruwelijke moord op een tiener.Tijdens het onderzoek naar beiden zaken worden Thea en Lucas steeds verder de onderwereld ingezogen, ze lijken te maken hebben met een mysterieuze zaak uit het verleden, een huurmoordenaar (ook wel De Krankzinnige genoemd) die zich met de onderzoeken bemoeid en wat hebben de twee zaken met elkaar te maken? Het wordt een spannende race tegen de klok…

Om het verhaal te volgen moet je wel heel goed bij de les blijven, zeker in het begin volgen de personages en intriges elkaar in zeer rap tempo op. Je kan als lezer dus niet even rustig achter over zakken en op je gemakje lezen, je hebt echt wel het gevoel dat je bij de les moet blijven om de complexiteit te begrijpen. Wellicht dat iets minder intriges/personages ook al voldoende was geweest voor het verhaal.

De humor in het verhaal was vaak zwartgallig, sarcastisch en af en toe absurdistisch maar dat vond ik juist heel erg vermakelijk en het zorgde ervoor dat het verhaal niet alleen vol met zware misdaad zat maar dat je ook moest grinniken om bepaalde passages.

Commissaris Thea Ooms is een verhaal apart, ze is heerlijk onaangepast, een veelvraat en benaderd sommige van haar collega’s op een bijzondere manier. Zo kan je bijvoorbeeld al lezende merken dat ze bewondering heeft voor de snelle en correcte werkwijze van de bloedmooie arts-patholoog Veronique Smans, toch laat ze geen kans onbenut om Veronique te bestoken met sarcastische, nare opmerkingen en vice versa. Daarnaast zit er een mysterieuze kant aan Thea, al lezende kom je erachter dat ze weduwe is en dat ze naast haar politiewerk op eigen houtje bezig is met een wraakactie. Dit alles maakt haar een heel boeiende hoofdpersoon.

Ook Inspecteur Lucas DePrins is een interessant personage, hoe komt hij zo vermogend? Wat is zijn verhaal en waarom wil hij zo graag samen werken met commissaris Thea Ooms?

Dit alles maakt me heel erg nieuwsgierig naar het volgende deel van de Thea Ooms reeks. 

Veel bekeken



Geplaatst op

in

,

door